Kunst heeft het leven van Jan Nobel (Leerdam, 1944) vanaf zijn kleutertijd bepaald: muziek, schilderen, aquarelleren en etsen, lithografie, steendruk en portretteren. In de loop van de jaren beheerst hij de diverse technieken waarvan de basis werd gelegd op de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Daar behaalde hij ook zijn tekenbevoegdheden MO A en B. Hij was jaren tekendocent, eerst op het Corderius College en tot aan zijn pensionering op het Farel College, beide in Amersfoort.

Leermeesters als Co Westerik, Willem Minderman, Piet Heldoorn, Dirk van Gelder en Wim Beuning brengen hem de diverse technieken bij. Hij laat zich inspireren door grote meesters als Picasso, Redon, Dali en Bacon, maar ook door muziek van Bártok en gedichten van Le Comte de Lautréamont. Ook de Amerikaanse en Engelse Pop-Art laten hem niet onberoerd. Al deze invloeden zijn voor de oplettende waarnemer te herkennen in zijn veelomvattende oeuvre. 

Enkele van zijn kunstzinnige thema’s springen er uit: de deuren in olieverf die landelijke bekendheid kregen en zijn portretteerkunst met verschillende technieken, waar hij bij diverse gelegenheden veel plezier aan beleeft. De laatste jaren legt hij zich toe op sprookjesachtige fantasieën en ook stillevens met een geheel eigen karakter. Het scala aan technieken en genres maakt zijn overzichtsexpositie tot een feest.